Aan het woord: Antonie ter Harmsel van Hodes huisvesting en Marlijn Benus, projectontwikkelaar bij woningcorporatie Domijn.
Iedere maand publiceert het NCB een inspirerend dubbelinterview met samenwerkingspartners in de bouwketen. Onze leden vertellen hoe ze samen succesvol conceptueel bouwen en zo zorgen voor versnelling en betaalbaarheid in de woningbouw. U leest over hun aanpak, geleerde lessen en nog te nemen stappen.
Conceptueel bouwen is niet voorbehouden aan nieuwbouw in de polder. Industriële bouwconcepten zijn heel goed aan te passen aan de eisen van binnenstedelijke locaties. In dit dubbelinterview vertellen directeur-eigenaar Antonie ter Harmsel van Hodes Huisvesting en Marlijn Benus, projectontwikkelaar bij woningcorporatie Domijn over de totstandkoming van een kleinschalige woonwijk op een voormalig fabrieksterrein.
De Robsonfabriek staat aan de rand van het centrum van Enschede. Ooit was het een onderdeel van de textielindustrie die de stad groot heeft gemaakt. De fabriek produceerde onder meer pyjama’s. In 2012 sloopte woningcorporatie Domijn een deel van de verwaarloosde gebouwen. Als tijdelijke oplossing betrokken kunstenaars de resterende panden. Het werd een broedplaats voor creatieve ondernemers en een levendige ontmoetingsplek voor buurtbewoners. ‘Het complex is een mooi voorbeeld van een textielfabriek uit de wederopbouw en heeft dus cultuur- en architectuurhistorische waarde. We vonden het zonde om dat verloren te laten gaan’, zegt Marlijn. ‘Daarnaast wilden de tijdelijke bewoners er graag een blijvende plek. ‘
‘De vrijstaande tiny houses zien er allemaal net wat anders uit’
In gesprekken met omwonenden, de wijkraad, de kunstenaars en de gemeente ontstond het idee om op het voormalige Robsonterrein wonen en werken te combineren. Domijn schreef een prijsvraag uit. Marlijn: ‘We hadden een stedenbouwkundig plan met een flexibel bouwvlak. Voor ons stond alleen vast dat we vooral duurzame, circulaire en betaalbare wooneenheden wilden. Geschikt voor één en tweepersoonshuishoudens. Die moesten passen bij de uitstraling van het gebied.’ Hodes Huisvesting kreeg de opdracht. ‘Zij hebben goed nagedacht over onze vraag en hun woonconcepten echt mooi aan deze locatie aangepast.’
Nu staan op het Robsonterrein twintig studio’s en drie tiny houses. Sociale huur gerealiseerd door Hodes. In de tiny houses wonen creatieve ondernemers die hun atelierruimte hebben in de voormalige - inmiddels verbouwde – fabriek. In het wijkje komen ook nog eengezinswoningen voor de sociale verhuur en een tiental koopwoningen. ‘De vrijstaande tiny houses zien er allemaal net wat anders uit’, vertelt Antonie. ‘En de studio’s hebben weer een heel andere uitstraling. Het zijn twee blokjes van twee maal vijf op elkaar gestapelde woningen. De gevels zijn met hout bekleed. Ze staan wat gedraaid naar elkaar met op de hoeken gemeenschappelijke bergingen. Daarin kunnen de bewoners bijvoorbeeld hun fiets kwijt. Tussen beide blokken is een semi-afgesloten binnenhofje. Mensen kunnen elkaar daar als vanzelf ontmoeten.’ Zo is er een compacte vorm van wonen ontstaan die perfect aansluit bij de sfeer van dit terrein, vinden Marlijn en Antonie.
'..woonproducten zeggen echter nog niks over de buitenkant van het complex dat we realiseren. Daarvoor bedenken we samen met onze architecten en de opdrachtgever een oplossing die bij de omgeving past’
Buitenkant Het lijkt wel maatwerk. En toch is het conceptuele, industriële bouw. De tiny houses en studio’s zijn in de fabriek van Hodes in Goor gemaakt: inclusief keukendeel, badkamer en afgewerkte vloer. En alles is in één week op het Robsonterrein neergezet. ‘Er is dan ook geen sprake van een tegenstelling’, zegt Antonie. ‘Maatwerk en conceptueel bouwen sluiten elkaar niet uit. ‘Wij werken met industriële bouwconcepten. Die woonproducten zeggen echter nog niks over de buitenkant van het complex dat we realiseren. Daarvoor bedenken we samen met onze architecten en de opdrachtgever een oplossing die bij de omgeving past.’
Geen dikke contracten Voor Domijn is deze bouwmethode nog vrij nieuw. ‘In plaats van nieuwbouwprojecten te ontwikkelen met traditionele bouw, kopen we nu bestaande woonconcepten in. Daarbij kijken we naar wat mensen nodig hebben om goed te kunnen wonen en leven’, zegt Marlijn. ‘We maken geen lange lijstjes met eisen meer. Wij leggen de verantwoordelijkheid bij de markt, daar zit de kennis en kunde over conceptueel bouwen.’ De samenwerking met Hodes gaat goed, vertelt ze. Dat komt onder meer door de korte lijntjes. In de voorbereiding, de opbouw, de uitvoering en de nazorg. Als ze tegen dingen aanlopen, kijken ze samen naar oplossingen. ‘Werken vanuit gelijkwaardigheid’, noemt Antonie het. ‘Ik wil niet meer op een andere manier samenwerken. Conceptueel bouwen betekent voor mij ook: geen angstmodellen meer met dikke contracten en ingewikkelde afspraken. Je wilt gewoon samen iets moois maken.’
‘We maken geen lange lijstjes met eisen meer. Wij leggen de verantwoordelijkheid bij de markt, daar zit de kennis en kunde over conceptueel bouwen'
De samenwerkingspartners hebben gekeken naar de total cost of ownership van de tiny houses en de studio’s. Het totaalbedrag aan kosten voor het ontwerp, de bouw en het onderhoud gedurende het gebruik van de woningen. Domijn heeft er uiteindelijk niet voor gekozen om het onderhoud ook bij Hodes onder te brengen. Toch blijft de bouwer in verbinding met het Robsonterrein. ‘Wij zijn trots op onze concepten’, zegt Antonie. ‘Onze leerfase houdt niet op na de oplevering.’ Vorige week is hij nog op het Robsonterrein geweest. Een van de bewoners gaf nog wat tips. ‘Daar kan ik wat mee. We gaan dus kijken hoe we daar onze woonproducten weer mee kunnen verbeteren.’ Om die reden is Hodes vorig jaar bij al haar projecten langsgegaan. ‘Zonder dat dit contractueel was vastgelegd.’
Losmaakbaarheid Circulariteit en duurzaamheid zijn voor Domijn belangrijke aandachtspunten bij de ontwikkeling van het Robsonterrein. Dat verklaart mede de compacte bouw van de studio’s. ‘Dankzij die slimme manier van ontwerpen door Hodes zijn er minder materialen nodig’, zegt Marlijn. Ook de ‘losmaakbaarheid’ van de prefabmodules is essentieel, zegt Antonie. ‘Die modules kunnen net zo makkelijk in als weer uit elkaar. Ook al is het permanente bouw: alles kan hergebruikt worden.’ Daarom heeft Domijn een materialenpaspoort aangevraagd voor de tiny houses en studio’s. ‘Dat maakt hergebruik na het einde van de levensduur van de woningen makkelijker, zegt Marlijn. De compacte bouw maakt de woningen ook duurzamer. Een kleinere woning verbruikt immers minder energie. Dat de huizen geen fossiele energie verbruiken en de daken vol liggen met zonnepanelen, vergeten Marlijn en Antonie haast nog te vermelden. Omdat het eigenlijk vanzelf spreekt.
Kameleon Ondertussen werken Domijn en Hodes samen alweer aan de voorbereiding van een ander project. In de wijk ’t Kempke in de gemeente Haaksbergen maken te slopen woningen van de corporatie straks plaats voor nieuwbouw. Met onder meer verschillende typen appartementen van Hodes. Allemaal conceptueel en industrieel gebouwd in de fabriek. Ook hier wordt de buitenkant weer aangepast aan de stedenbouwkundige aspecten van de locatie. ‘Dit complex krijgt een heel andere uitstraling dan het Robsonterrein’, zegt Antonie. ‘Wat de buitenkant betreft, passen wij ons aan als een kameleon.’
Tekst: Tekst met Inhoud, Marjon van Weersch
Foto's: Hodes en Domijn
Comentários